Mijn expertise omvat de volgende onderwerpen:
- Oorlog
- Genocide
- Extreem politiek geweld
- Terrorisme
- Daders
- Polarisatie
- Radicalisering
- Extremisme
- Autocratie en dictatuur
- Destructieve leiders en hun volgers
- De gevaren van absolute macht
- Het verval van de democratie en rechtstaat
- De internationale rechtsorde
- De rol van het internationale straftribunalen
- Het internationale strafhof
- Internationaal strafrecht
Invalshoek onderzoek:
- Oorzaken en achtergronden
- Onderliggende dynamiek en processen
- Preventie
Inter- en multidisciplinaire insteek:
- Geschiedenis
- Politieke wetenschappen
- Sociologie
- Criminologie
- Psychologie
- Internationale (straf)recht
Waarom deze kennis zo belangrijk is
De wereld staat in brand met oorlogen, terreuraanslagen, onderdrukken en extreem politiek geweld; de toegenomen polarisering van onze maatschappij en steeds sterker wordende opkomst van politiek extremisme baren ons terecht zorgen. De opkomst van autocratische en destructieve leiders zijn zeer zorgelijk, waarbij vooral de herverkiezing van Donald Trump als machtigste man van de wereld de wereldpolitiek voorgoed veranderd heeft. De internationale rechtsorde staat enorm onder druk en zowel de democratie en rechtsstaat worden stelselmatig door machtige wereldleiders ondermijnd. Wetenschappelijke kennis kan ons helpen om de processen beter te begrijpen en te duiden en om te zoeken naar manieren en methoden om dit tegen te gaan. Dat is noodzakelijk en urgent want wat nu verwoest wordt kan minder snel weer worden opgebouwd. Mijn onderzoek staat in het teken van het vinden van antwoorden op deze vragen.
Zie hieronder voor een verdere toelichting op een aantal onderwerpen waar ik onderzoek naar heb gedaan.
Daders van internationale misdrijven
Het geweld in het Midden-Oosten, waaronder de aanslag op 7 oktober 2023 in Israël en de daarop volgende verwoesting van Gaza en uithongering en genocide op de Palestijnse bevolking aldaar; de inval van Rusland in Oekraïne; de oprichting van de Islamitische Staat; de War on Terror, maar ook verder terug: de Holocaust tijdens de Tweede Wereldoorlog en andere genocides in Cambodja, Rwanda, Srebrenica, de burgeroorlogen en massale verkrachtingen in Afrika, de dicaturen in Zuid Amerika, het Apartheidsregime in Zuid-Afrika, het zijn allemaal voorbeelden van extreme en massale vormen van geweld. Waarom begaan mensen zulke wreedheden? Wie zijn deze mensen? Hoe kan iemand zo wreed zijn?
Internationale misdrijven zijn zo afschuwelijk dat we ons instinctief distantiëren van de daders en hen liever zien als wrede en sadistische psychopaten – heel anders dan wij, gewone mensen. Een zeer kleine minderheid van de daders zijn inderdaad sadisten en psychopaten, maar de meeste daders zijn gewone en gezagsgetrouwe burgers die hun misdrijven begaan op bevel van de staat. In extreme omstandigheden, zoals in een oorlog, kunnen gewone mensen veranderen in daders van extreme wreedheden. Binnen dit transformatieproces zijn een aantal fasen te onderscheiden: de voorbereidingsfase, de initiatiefase, de gewennings- en routinefase. Het blijkt dat bijna alle daders geschokt zijn nadat ze voor de eerste keer iemand hebben gemarteld, verkracht of vermoord. De manier waarop zij reageren op hun eigen afschuw en walging is doorslaggevend en cruciaal in het transformatieproces. Besluiten ze een dergelijk bevel nooit meer te gehoorzamen, ondanks het gevaar dat een dergelijk besluit met zich mee zou kunnen brengen. Of – veel waarschijnlijker – beginnen ze hun eigen gedrag te rationaliseren en te rechtvaardigen. Als ze ervoor kiezen om dat laatste te doen, zullen ze alles doen om hun eigen geweten te sussen: ze zullen zichzelf ervan overtuigen dat ze niets verkeerds hebben gedaan en de juiste keuze hebben gemaakt om het bevel te gehoorzamen. Ze zullen zichzelf ervan overtuigen dat de slachtoffers hun lot verdienden en dat als ze de bevelen niet hadden opgevolgd, anderen dat wel zouden hebben gedaan. Zodra daders hun gedrag beginnen te rationaliseren en te rechtvaardigen, dan wordt het van kwaad tot erger en uiteindelijk zullen ze aan het geweld gaan wennen en zullen ze in staat zijn om te verminken, te martelen en doden zonder verdere gewetenswroeging.
Niet alle daders zijn echter hetzelfde. Sommige daders zijn machtige politieke leiders, zoals staatshoofden of leiders van rebellen. Deze daders initiëren de misdrijven. Anderen organiseren het geweld en voeren het repressieve, gewelddadige of zelfs genocidale beleid uit dat door de politieke leiders is ontwikkeld. Zij zijn de bureaucraten. Weer anderen folteren, verkrachten of doden andere mensen met hun eigen handen. Dit zijn de laaggeplaatste voetsoldaten –die geen macht hebben en alleen maar de bevelen uitvoeren die hun worden gegeven. Daders verschillen ook in hun motieven. Sommigen worden gedreven door een ideologie, zoals bijvoorbeeld de radicale extremist die voortgedreven wordt door zijn eigen haat of de toegewijde krijger die een loyale soldaat is die ervan overtuigd is dat hij welk bevel dan ook moet gehoorzamen. Anderen worden gedreven door eigenbelang. Perioden van politiek geweld zijn vaak een vorm van “social engineering” die mensen in de lagere regionen van de samenleving nieuwe kansen biedt om carrière te maken. Deze daders maken misbruik van het lijden van de slachtoffers. Anderen zijn slechts volgers – mensen die geen initiatieven nemen, maar gewoon de stroom volgen. Sommige daders worden gedwongen mee te werken. In totaal kunnen we veertien verschillende typen daders onderscheiden: (1) de destructieve leider; (2) de fanaticus; (3) de carrièremaker; (4) de toegewijde onderdaan; (5) de professional; (6) true believer oftewel de overtuigingsdader; (7) de soldaat van God; (8) de wreker; (9) de profiteur; (10) de crimineel; (11) de sadist en het seksuele roofdier (12) de gestoorde gek; (13) de volger; en (14) de uitgebuite en gecompromitteerde dader. Perioden van massaal geweld vinden plaats tijdens perioden van politieke onrust; wanneer een repressief of genocidaal beleid wordt ontwikkeld en de groepsdynamiek tussen verschillende soorten daders ertoe leidt dat zij collectief wreedheden begaan.
Oorzaken van internationale misdrijven
Toen de wreedheden begaan door de nazi’s tijdens de Tweede Wereldoorlog aan het licht kwamen, beloofden staten ervoor te zorgen dat dit nooit meer zou gebeuren. Na de Tweede Wereldoorlog werden universele en onvervreemdbare mensenrechten vastgelegd in het internationale recht. Deze rechten zijn inmiddels universeel erkend als bindende internationale regels. Er zijn echter nog steeds te veel staten die deze rechten schenden en gebruiken maken van politiek geweld om de politieke oppositie of zelfs de hele bevolking te onderwerpen. Volgens een rapport van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO, 2002) stierven in de twintigste eeuw ruim 191 miljoen mensen. De trends in de 21ste eeuw tot zo ver zijn niet heel hoopgevend dat het nu echter beter gaat.
Dergelijke vormen van geweld zijn vaak politiek gemotiveerd en geïnitieerd door politieke leiders die politieke macht willen verwerven of behouden. Het daadwerkelijke fysieke geweld wordt gepleegd in een sociale context waarin het gebruik van extreem geweld wordt gerechtvaardigd en gelegitimeerd door de initiatiefnemers ervan. Slachtoffers worden ontmenselijkt (gedehumaniseerd) en vaak bestempeld als gevaarlijke vijanden die gemarteld en gedood moeten worden om het land te beschermen. Tijdens perioden van politieke onrust worden extreme methoden noodzakelijk geacht om een land, samenleving of manier van leven te beschermen. Propaganda wordt gebruikt om de bevolking te mobiliseren en de politie en het leger worden gevraagd de openbare orde te herstellen. In dergelijke omstandigheden worden soms de meest extreme wreedheden begaan door mensen die oprecht geloven dat ze het juiste doen.
Elk land waar internationale misdrijven zijn gepleegd, moet als een uniek geval worden bestudeerd. Niettemin zijn er een aantal gemeenschappelijke factoren en kenmerken die ons kunnen helpen begrijpen waarom en wanneer internationale misdrijven worden gepleegd. Internationale misdrijven worden vaak gepleegd in staten die worden gekenmerkt door politieke onrust. Dit kan een oorlog zijn; een burgeroorlog of een politieke crisis. Leiders van staten die politiek geweld gebruiken, zijn vaak autoritair en steunen extreme en radicale ideologieën. Dergelijke ideologieën sluiten vaak bepaalde groepen binnen de bevolking uit en rechtvaardigen het gebruik van geweld. Bevoorrechte minderheidsgroepen binnen de samenleving krijgen vaak de schuld van alle tegenslagen in die specifieke samenleving en worden vervolgens aangevallen. De bevolking wordt wijsgemaakt dat met de uitsluiting of zelfs uitroeiing van een bepaalde groep de problemen binnen het land opgelost zouden worden. De media worden vaak gebruikt om propaganda onder de bevolking te verspreiden die het gebruikte geweld rechtvaardigt.
In extreme gevallen kan de hele staatsbureaucratie worden veranderd in een enorme vernietigingsmachine, zoals het geval was in nazi-Duitsland. Politieke leiders en machthebbers rechtvaardigen en legitimeren de politieke maatregelen, de staatsbureaucraten organiseren het geweld en de voetsoldaten voeren het beleid fysiek uit door hun medeburgers te verminken, te martelen en te doden. Zij zijn de laaggeplaatste soldaten onderaan de staatshiërarchie en hebben vaak de wettelijke verplichting om de bevelen van hun superieuren te gehoorzamen. Omdat de staat het bevel geeft om de misdrijven te plegen die worden ondersteund door de staatsautoriteiten en de propagandamachine, geloven veel daders dat ze het juiste doen.
Internationale strafrechtelijke vervolging
De verdachten die terecht stonden tijdens de processen in Neurenberg en Tokio na de Tweede Wereldoorlog waren de eerste individuen die door een internationaal straftribunaal strafrechtelijk verantwoordelijk werden gehouden voor de misdrijven die zij hadden begaan. Adolf Hitler, Josef Goebbels en Heinrich Himmler pleegden allemaal zelfmoord voordat ze konden worden aangehouden en wisten zo te voorkomen dat ze werden vervolgd en veroordeeld door het Internationale Militaire Tribunaal (IMT). Tweeëntwintig andere nazi-leiders, waaronder Herman Göring, Rudolf Hess en Albert Speer, werden aangeklaagd en beschuldigd van oorlogsmisdrijven, misdrijven tegen de menselijkheid en misdrijven tegen de vrede en werden berecht in Neurenberg. Na het proces, dat nog geen jaar duurde, werden 3 verdachten vrijgesproken en 19 verdachten veroordeeld. Van de veroordeelden werden er 12 ter dood veroordeeld, 3 werden veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf, terwijl 4 anderen werden veroordeeld tot een bepaalde gevangenisstraf (tussen 10 en 20 jaar). Zes maanden na het proces van Neurenberg begon het proces in Tokio, waarin de Japanse leiders werden vervolgd en veroordeeld. Dit proces duurde 2,5 jaar en er werden 25 verdachten veroordeeld.
De misdrijven gepleegd tijdens de oorlog in voormalig Joegoslavië (sinds 1991) en de genocide in Rwanda (1994) hebben geleid tot de oprichting van het Internationaal Straftribunaal voor voormalig Joegoslavië (ICTY) en het Internationaal Straftribunaal voor Rwanda (ICTR) door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. Deze twee tribunalen hebben ruim 150 verdachten vervolgd. Onder de aangeklaagden bevinden zich de voornaamste leiders zoals Milosevic (die tijdens het proces stierf), Karadzic en Mladic. Deze twee tribunalen hebben vele zaken berecht, waardoor het internationale strafrecht zich heeft ontwikkeld tot een volledig ontwikkeld rechtsgebied. Op 1 juli 2002 werd het Internationaal Strafhof (ICC) operationeel en in 2012 was Thomas Lubanga de allereerste persoon die door dit hof werd veroordeeld. Lubanga werd schuldig bevonden aan het rekruteren en inzetten van kindsoldaten in de DRC. Naast deze tribunalen zijn er internationale straftribunalen opgericht om internationale misdrijven begaan in Sierra Leone (sinds 1996), Cambodja (1975-1979), Oost-Timor (1999) en Libanon (2005) te berechten.
Bij onze telling in mei 2012 hadden de negen internationale straftribunalen 172 zaken vervolgd waarbij 250 rechters en 23 hoofdaanklagers betrokken waren. In totaal hebben zij 745 verdachten aangeklaagd, waarvan er 356 daadwerkelijk zijn vervolgd. Hiervan werden er 281 schuldig bevonden. Sinds de oprichting van Neurenberg zijn 19 verdachten ter dood veroordeeld en van deze zijn er 17 daadwerkelijk geëxecuteerd (Bormann werd bij verstek veroordeeld en bleek later te zijn overleden voordat het proces begon terwijl Göring zelfmoord pleegde de dag voordat hij zou worden geëxecuteerd) . 45 verdachten werden veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf en 217 kregen een bepaalde straf van – gemiddeld – 15,3 jaar. Strafprocedures bij een internationaal strafhof of tribunaal duren gemiddeld 4,9 jaar en de kans om veroordeeld te worden zodra de vervolging is gestart is 87% (lees meer). Binnen de academische literatuur is de straftoemetingspraktijk zwaar bekritiseerd, maar onze empirische analyse laat zien dat de straftoemeting in feite consistent en voorspelbaar is.
Case Studies
Auschwitz en de Holocaust
De gruwelijke beelden van Auschwitz kort nadat het in 1945 door het Sovjetleger werd bevrijd, schokten de wereld. Hoe kon dit gebeuren? Wie is verantwoordelijk? Hoe kunnen mensen zo wreed zijn? Tot op de dag van vandaag stellen veel mensen zich nog steeds dezelfde vragen. De Holocaust wordt door veel mensen nog steeds gezien als de ergste misdaad ooit gepleegd. De mate waarin de genocide in Nazi Duitsland werd gepland en georganiseerd en de geïndustrialiseerde manier waarop deze werd uitgevoerd, maakt de Holocaust tot op de dag van vandaag uniek. Maar hoe zit het met de daders? Hoe hebben zij Auschwitz ervaren en wie zijn zij? Hun misdrijven kunnen zonder twijfel als wreed en sadistisch worden beschouwd, maar waren het allemaal sadisten? Sommige waren dat wel, maar de meeste niet. De meeste daders waren heel gewone en anderszins gezagsgetrouwe burgers die alleen maar bevelen opvolgden en geloofden dat ze daarmee hun land beschermden. Bijna alle daders waren geschokt toen ze in Auschwitz aankwamen – wat ze meenden – om de woorden van één dader te gebruiken: de ‘anus mundi’. Maar na hun eerste schok begonnen ze te wennen aan het lijden van de slachtoffers en de gruwel die de plek omringde. Ze ontmenselijkten hun slachtoffers en vonden dat ze het verdienden om behandeld te worden zoals ze werden behandeld. Ze gebruikten eufemismen om hun moorddadige taken te beschrijven en concentreerden zich op de technische perfectie van hun taak in plaats van op de morele vragen die deze zou kunnen oproepen. In de ogen van de daders kunnen alleen leiders als Hitler, Himmler en Göring verantwoordelijk worden gehouden; zij waren zelf immers gebonden aan hun eed aan Hitler en moesten bevelen opvolgen. Hun enige verantwoordelijkheid was jegens hun superieuren en het vervullen van hun taak, althans in hun eigen ogen. Ze waren van mening dat ze niet verantwoordelijk konden worden gehouden voor het genocidale beleid.
In zijn autobiografie verklaarde kampcommandant Hoess: ‘Over de vraag of de uitroeiing van de Joden al dan niet noodzakelijk was, kon ik het me niet permitteren om een mening te vormen.’ Hoess achtte zichzelf slechts verantwoordelijk voor het vervullen van zijn plicht en het gehoorzamen van de bevelen die hem werden gegeven: ‘Ikzelf durfde zulke twijfel niet toe te geven. Om mijn ondergeschikten hun taak te laten uitvoeren, was het psychologisch essentieel dat ikzelf overtuigd leek van de noodzaak van dit gruwelijk bevel. Ik moest een intense zelfbeheersing uitoefenen om te voorkomen dat mijn diepste twijfels en gevoelens zichtbaar zouden worden. Ik moest koud en onverschillig overkomen tegenover gebeurtenissen die het hart van iedereen met menselijke gevoelens moeten hebben doen breken. Ik moest koel toekijken terwijl de moeders met lachende of huilende kinderen de gaskamers binnengingen. Mijn medelijden was zo groot dat ik ernaar verlangde om gewoon door de grond te zakken; toch liet ik niet het minste spoor van emotie zien. Ik moest dit allemaal doen omdat ik degene was naar wie iedereen keek.’ [Geciteerd uit R. Hoess, Commandant van Auschwitz, World, New York, 1959, p. 173).
Voormalig Joegoslavië
De oorlog in voormalig Joegoslavië begon in 1991. Vooral de beelden van de uitgemergelde mannen achter prikkeldraad in het gevangenkamp in Omarska schokten de wereld. Na de Tweede Wereldoorlog en de verschrikkelijke beelden van Auschwitz hadden de politieke leiders beloofd dat dit nooit meer zou gebeuren, maar dat gebeurde toch in de achtertuin van Europa. Dit was iets wat velen niet voor mogelijk hadden gehouden. In deze oorlog was sprake van opzettelijk aanvallen en het doden van burgers; etnische zuiveringen; massaverkrachtingen en de genocide op 7000 moslimmannen in Srebrenica in juli 1995 waren slechts enkele van de vele misdrijven die tijdens de oorlog in voormalig Joegoslavië werden gepleegd. Hoe kon dit gebeuren? Na de dood van Tito viel Joegoslavië uiteen en brak er een oorlog uit waarin de vele etnische groepen met elkaar begonnen te vechten en elkaar te vermoorden. Eén van de verklaringen voor dit geweld was dat de Servische regering een symbiotische relatie aanging met criminelen en paramilitaire eenheden, wat leidde tot een normalisering van misdaad en geweld. Terwijl de samenleving mensen doorgaans weerhoudt van crimineel gedrag, werd dat proces in Servië omgekeerd. Propaganda bevatte de neutralisatietechnieken waarmee mensen gewelddadig en crimineel gedrag konden vergoelijken en zelfs goedkeuren. De omkering van de morele orde leidde tot een situatie waarin oorlogsmisdadigers als Arkan als oorlogshelden werden beschouwd.
Rwanda
In 1994 werd in Rwanda, vlak voor de genocide, de Tutsi-minderheid een gewelddadige en gevaarlijke minderheidsgroep genoemd die op het punt stond genocide te plegen. In werkelijkheid waren het de Hutu-extremisten die van plan waren een genocide op de Tutsi’s te plegen. De propagandamachine was volledig operationeel, er werden duizenden kapmessen besteld en er werden lijsten opgesteld van Tutsi’s die vermoord zouden worden. De vliegtuigcrash waarbij president Habyarimana omkwam in de nacht van 6 op 7 april 1994 was het startsein voor de genocide en het land veranderde van de ene op de andere dag. Premier Agathe Uwilingiyimana, een gematigde Hutu en tien Belgische vredessoldaten werden gedood, er werden wegversperringen opgeworpen en Radio Milles Collines maken lijsten met namen bekend van Tutsi’s die moesten worden gedood. Tutsi’s werden als vijanden beschouwd en om het land en hun natie te beschermen was men van mening dat alle Tutsi’s gedood moesten worden. Zogenaamde killer groups die bestonden uit 10 tot soms wel 100 mensen trokken het land door op zoek naar Tutsi’s, die vervolgens verkracht en vermoord werden. De genocide duurde 3 maanden, waarbij 800.000 tot 1 miljoen Tutsi’s en gematigde Hutu’s werden vermoord. Nooit eerder waren er zo veel mensen zo snel omgekomen bij een genocide en nooit eerder was het geweld zo wreed en was de gewone bevolking er zo massaal bij betrokken. In Rwanda interviewden we 24 daders van de genocide en concludeerden dat de verklaring voor deze extreem gewelddadige genocide eerder te vinden is in de sociale dynamiek en sociale interactie ten tijde van de genocide dan in etnische haat.
Abu Ghraib en de war on terrorism
De beelden van de mishandeling en seksuele vernedering van Iraakse gevangenen door Amerikaanse soldaten in de Abu Ghraib-gevangenis in Irak schokten het Amerikaanse publiek toen deze in het CBS-programma 60 Minutes werden getoond. Charles Graner, Lynddie England en Sabrina Harman waren prominent aanwezig op deze foto’s. President George Bush noemde de daders die op de foto’s stonden meteen rotte appels voor wie geen plaats was in het Amerikaanse leger. De schendingen in Abu Ghraib waren echter niet slechts geïsoleerde incidenten. Het misbruik was wijdverbreid en een direct gevolg van de War on Terror die de Amerikaanse regering na 11 september lanceerde. Bij de aanval op de VS kwamen bijna 3000 mensen om het leven en dit had een enorme impact op de VS. In de eerste plaats omdat de aanval als een volslagen verrassing kwam en de gekozen vorm ongekend was in de wereld (vliegtuigen kapen en deze vliegtuigen als bommen gebruiken door met het gekaapte vliegtuig regelrecht gebouwen binnenvliegen). De impact was ook zo groot omdat live op televisie te zien was hoe het tweede vliegtuig zo’n twintig minuten nadat de eerste Twin Tower was geraakt, regelrecht de tweede Twin Tower in vloog. De aanval verraste de VS volledig en George Bush en zijn regering wilden alles doen wat nodig was om degenen die verantwoordelijk waren voor deze aanvallen te arresteren en te straffen. Om dergelijke aanvallen in de toekomst te voorkomen werd de War on Terror gelanceerd.
In ons onderzoek concluderen we dat het misbruik en de martelingen in Abu Ghraib een onvermijdelijk gevolg waren van de War on Terror. De Amerikaanse regering wilde alles doen wat nodig was om toekomstige terroristische aanslagen op Amerikaans grondgebied te voorkomen en kreeg daarbij de steun van de bevolking. Veel vermeende terroristen werden gearresteerd en in de gevangenis gezet, de Taliban in Afghanistan werden aangevallen als een van de nauwe bondgenoten van Al Qaeda. De Amerikaanse regering gebruikte neutralisatietechnieken in haar politieke retoriek om het geweld te rechtvaardigen en te legitimeren. De rechten van de gevangenen werden opgeschort met het excuus dat het illegale vijandelijke strijders waren die geen rechten hadden. Rekruten uit het leger kregen te horen dat ze het terrorisme moesten bestrijden en de Amerikaanse waarden met alle noodzakelijke middelen moesten beschermen. In deze sfeer waarin geweld geleidelijk werd gelegitimeerd en het gebruik van extreme maatregelen officieel werd goedgekeurd was een hellend vlak. Maatregelen die werden goedgekeurd, maar uitsluitend bedoeld waren om in extreme situaties te gebruiken werden standaard operating procedures. Het feit dat bovengenoemde rekruten foto’s hebben gemaakt van de door hen gepleegde misstanden is veelzeggend en laat zien dat zij zich er niet van bewust waren dat dit gedrag volkomen onaanvaardbaar en illegaal was.