Smeulers, A. (2024). Perpetrators of mass atrocities: terribly and terrifyingly normal? New York: Routledge.
De terroristische aanslagen op 11 september in New York en later die in Madrid, Londen, Parijs en Brussel; de genocides in nazi-Duitsland, Rwanda en Cambodja; de martelingen in dictatoriale regimes; de oorlogen in voormalig Joegoslavië, Syrië, Irak en momenteel in Oekraïne; het seksuele geweld in oorlogstijd, de bombardementen in Gaza zijn allemaal extreme vormen van massaal geweld waarvan we ons afvragen: wie doet zoiets? En waarom? Wie zijn deze mensen? In dit boek geeft Alette Smeulers antwoorden op bovengenoemde vragen. Zij heeft 30 jaar lang onderzoek gedaan naar daders van extreme vormen van massaal geweld, zoals oorlogsmisdrijven, misdrijven tegen de menselijkheid, genocide en terrorisme.
In het boek wordt een dadertypologie gepresenteerd met14 verschillende type daders worden onderscheiden. In ieder hoofdstuk staat een andere type dader centraal. Het boek combineert inzichten uit wetenschappelijk onderzoek met illustratieve casestudies. Het gaat daarbij om meestal zeer bekende daders als soms ook wat minder bekende daders: het gaat van dictators tot tussenpersonen, tot voetsoldaten en terroristen. Hun verhalen worden diepgaand onderzocht terwijl in het boek hun gedrag en motivatie wordt geduid. Perpetrators of mass atrocities biedt een verhelderend inzicht in de oorzaken van extreem en massaal geweld. Kennis van daders is niet alleen van belang om de verschrikkelijke dingen die in de wereld gebeuren beter te begrijpen maar ook van belang om manieren te vinden om op een effectievere manier dergelijke misdrijven te voorkomen. Ook is het inzicht van belang om op een faire en adequate wijze de verwijtbaarheid van verschillende type daders te bepalen.
Iedereen die geïnteresseerd is in oorlogsmisdaden, genocide, terrorisme en massaal geweld zou dit boek moeten lezen.
Smeulers, A., M. Weerdesteijn & B. Hola (eds.) (2019), Perpetrators of international crimes – methodology, theory and evidence, Oxford: Oxford University Press.
Ook de focus van dit boek richt zich op daders van internationale misdrijven maar anders dan ‘Perpetrators of Mass Atrocities’ is dit geen monografie maar een geredigeerde bundel. Bekende wetenschappers vanuit allerlei verschillende wetenschappelijke disciplines die onderzoek doen naar daders hebben over hun eigen onderzoek en expertise een hoofdstuk geschreven. Het boek geeft dan ook een uitstekende ‘state of the art’ van daderonderzoek. De voornaamste theorieën en methoden worden uiteengezet, besproken en geanalyseerd, evenals de ethische implicaties van dergelijk onderzoek. Wat weten we? Wat denken we te weten? En waar liggen de grenzen van dit soort onderzoek?
De auteurs die bijgedragen hebben komen uit verschillende disciplines zoals de criminologie, geschiedenis, rechtsgeleerdheid, sociologie, psychologie, politieke wetenschappen, religieuze studies en antropologie. Er komt een groot aantal casestudies aan bod, waaronder prominente zoals nazi-Duitsland, Rwanda en het voormalige Joegoslavië, maar ook minder bekende casestudies, zoals Sri Lanka of relatief nieuwe zoals de Islamitische Staat. Het boek is geredigeerd samen met Maartje Weerdesteijn en Barbora Holá en de auteurs die bijgedragen hebben zijn in alfabetische volgorde: Kjell Anderson; Thijs Bouwknegt, Mirza Buljubasic, Georg Frerks, Caroline Fournet, Erin Jessee, Susanne Karstedt, Jonathan Leader Maynard, Pieter Nanninga, Adina-Loredana Nistor, Mina Rauschenbach, Chandra Lekha Sriram, Ugur Ümit Üngör, Iva Vukusic
Smeulers, A. (2012). In opdracht van de staat – gezagsgetrouwe criminelen en internationale misdrijven, Tilburg: prismaprint (oratie)
Internationale misrijven zijn per definitie manifestaties van collectief geweld. Er kunnen vier verschillende situaties worden onderscheiden: (1) internationale misdrijven die door staatsautoriteiten worden gepleegd op bevel van, of met goedkeuring van de staat; (2) internationale misdrijven die gepleegd worden door overheidsinstanties zonder de goedkeuring van de staat; (3) internationale misdrijven die gepleegd worden door niet-statelijke actoren op bevel of met goedkeuring van de staat en (4) internationale misdrijven die gepleegd worden door niet-statelijke actoren zonder toestemming van de staat. Als de staat zelf bij de misdrijven betrokken is, ontstaat er een politieke, ideologische, institutionele en sociale context waarin de misdrijven worden gelegitimeerd en gerechtvaardigd. De daders die bij dergelijke misdrijven betrokken zijn, begaan hun misdrijven uit gehoorzaamheid, conformisme en loyaliteit. Deze daders kunnen worden gekwalificeerd als gezagsgetrouwe criminelen en lijken weinig gemeen te hebben met gewone, commune criminelen. Vanuit criminologisch perspectief kunnen deze daders gezien worden als een nieuw type crimineel. Reguliere criminologische theorieën lijken crimineel gedrag immers gelijk te stellen aan afwijkend en deviant gedrag, terwijl in deze situatie de daders eerder gehoorzame volgers dan deviante individuen zijn. Criminologische theorieën die wel gebruikt kunnen worden zijn de zogeheten ‘strain theory’ en ‘social learning’ theorieën. Dit verandert echter niets aan het feit dat daders die betrokken zijn bij internationale misdrijven gezien kunnen worden als gezagsgetrouwe criminelen en in veel opzichten toch een ander soort dader zijn dan de gewone commune crimineel. (downloaden via deze link)
Smeulers, A. & F. Grünfeld (2011). International crimes and other gross human rights violations – a multi- and interdisciplinary textbook, Leiden: Brill/Martinus Nijhoff.
Dit handboek is voor het onderwijs geschreven in samenwerking met Fred Grunfeld, die de 4 hoofdstukken over omstanders voor zijn rekening heeft genomen.
Internationale misdrijven zoals genocide, misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdrijven, maar ook andere grove schendingen van de mensenrechten zijn uitingen van collectief geweld die de internationale vrede en veiligheid in gevaar brengen en onze volledige aandacht verdienen. Er is echter een multi- en interdisciplinaire aanpak nodig om de ware aard en oorzaken van dit soort criminaliteit te begrijpen. Het doel van dit boek is om de kennis die studenten, wetenschappers, professionals en praktijkmensen binnen het vakgebied nodig hebben vanuit verschillende disciplines op een overzichtelijke manier te bundelen. Er is daarbij aandacht voor de juridische achtergrond en bijzonderheden van internationale misdrijven; de sociale context waarin deze misdrijven worden gepleegd en de achtergrond en motieven van de daders en omstanders die erbij betrokken zijn. In het boek worden veel casestudies ter illustratie gebruikt. Het boek is uitstekend geschikt om in het onderwijs op de universiteit te gebruiken en wordt als dusdanig ook op verschillende universiteiten gebruikt.
Boek bestellen via uitgever via deze link
Smeulers, A. & R. Haveman (Eds.)(2008). Supranational Criminology: towards a criminology of international crimes, Antwerpen: Intersentia.
Lange tijd is er binnen de criminologie weinig aandacht besteed aan de meeste extreme vorm van criminaliteit oftewel het grote kwaad, namelijk de internationale misdrijven. Deze door Alette Smeulers en Roelof Haveman geredigeerde bundel zet de supranationale criminologie, de criminologie van de internationale misdrijven op de agenda. Het brengt verschillende disciplines, zoals geschiedenis, politieke wetenschappen, sociologie en psychologie bij elkaar om deze vorm van criminaliteit te begrijpen. Belangrijker nog: het boek zet een onderzoeksagenda op die zich richt op de volgende vragen:
Wat houdt supranationale criminologie precies in? Wat zijn internationale misdaden? Moeten andere vormen van gedrag ook als internationale misdrijven worden gekwalificeerd? Wat zijn de specifieke kenmerken van internationale misdaden als vormen van door de staat gesponsorde of door de staat gefaciliteerde misdaden? Wat zijn de specifieke methodologische problemen die zich voordoen bij het bestuderen van internationale misdaden vormen. Welke verklarende theorieën vanuit de criminologie kunnen we gebruiken en welke moeten nog worden ontwikkeld. Wat zijn de belangrijkste hypothese? Wat is de rol en wat zijn de doelen van de internationale hoven en tribunalen? Zijn ze in hun opzet geslaagd?
Dit boek dat uitgegroeid is tot een klassiek werk had tot doel om de criminologie van de internationale misdrijven op de kaart te zetten en is in die opzet -dat mogen we ruim 15 jaar later wel zeggen – geslaagd. Deze sub discipline is inmiddels niet meer weg te denken uit de criminologie.
About this book
‘… a must-read for anyone … who is concerned with why people commit terrible international crimes. [It] breaks a completely new ground and … is a major contribution to the literature that deserves serious attention’.
Mark A. Drumbl in New Criminal Law Review 2009 (314).
“A brilliant resource of information that the field was severely lacking until now. Supranational Criminology makes relevant and important links between criminology, international crimes and international justice. Well-written, clearly structured and easily understandable without being overly-simplistic.”
Julia Selman Ayetey, lecturer Anglia Ruskin University,(United Kingdom).
Smeulers, A. (Ed.) (2010). Collective violence and international criminal justice: an interdisciplinary approach, Antwerp: Intersentia.
Extreme vormen van collectief geweld zoals genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden kunnen de internationale vrede en veiligheid in gevaar brengen. Het internationale strafrechtsysteem is opgezet om deze misdaden te vervolgen en zo de internationale vrede en veiligheid te herstellen. Deze misdaden zijn echter uiterst complexe sociale verschijnselen en er is een inter- en multidisciplinaire aanpak nodig om de ware aard van dit soort criminaliteit te begrijpen en de daders ervan effectief te vervolgen. Dit boek vergroot onze kennis van deze complexe verschijnselen en draagt zo bij aan een beter en effectiever internationaal strafrechtssysteem. Wetenschappers uit verschillende wetenschappelijke disciplines, zoals recht, criminologie, politieke wetenschappen, psychologie, onderzoeksmethodologie en informatietechnologie, maar ook juristen uit de praktijk hebben aan dit boek bijgedragen.
Algemene thema’s in het boek zijn: Wat voor soort mensen zijn plegers van collectief geweld? Hoe kunnen we individuen strafrechtelijke verantwoordelijkheid toekennen voor misdaden die collectief van aard zijn? Hoe kunnen we deze misdaden bestuderen en hoe kunnen we patronen van geweld ontdekken? Welke rol kunnen statistieken spelen bij het ter verantwoording roepen van individuen? Hoe kunnen we vervolgingsstrategieën ontwikkelen? Met welke moeilijkheden worden aanklagers en rechters geconfronteerd en hoe belangrijk en nuttig is de ICC Case Matrix? Dit zijn slechts enkele van de vele vragen die in dit boek aan bod komen.
Auteurs die een hoofdstuk voor dit boek geschreven hebben, zijn: Xabier Agirre, Kai Ambos, Olympia Bekou, Morten Bergsmo, Catrien Bijleveld, Athanasios Chouliaras, Mark Drumbl, Don Foster, Barbora Holá, Amelia Hoover Green, Annika Jones, Salim Nakhjavani, Sarah Nouwen, Mark Osiel, Stephan Parmentier, Michael Scharf, Alette Smeulers, James Waller, Wouter Werner, Martin Witteveen, Elisabeth Wood en Estelle Zinsstag.
Brouwer, A.M. de & A. Smeulers (ed.) (2016). The Elgar Companion to the International Criminal Tribunal of Rwanda, Elgar.
The Elgar Companion to the International Criminal Tribunal for Rwanda (ICTR) is een belangrijk naslagwerk over dit complexe tribunaal, dat opgericht werd in de nasleep van de genocide in Rwanda in 1994 en dat op 31 december 2015 zijn deuren sloot. Het boek geeft inzicht in de werking en erfenis van het tribunaal en het effect dat het op de ontwikkeling van het internationale strafrecht heeft gehad.
In deze door Anne-Marie de Brouwer en Alette Smeulers geredigeerde bundel staan bijdragen van bekende en gerenommeerde juristen die vanuit verschillende disciplinaire invalshoeken het tribunaal belichten. In deel 1 is er aandacht voor de oprichting van het ICTR, het mandaat, de structuur en het personeel. Het tweede deel gaat over het materiële recht en analyseert de jurisprudentie met betrekking tot genocide, misdrijven tegen de menselijkheid, oorlogsmisdrijven, seksueel geweld en de vormen van individuele strafrechtelijke aansprakelijkheid. Het derde deel bespreekt het procesrecht en belicht het strafrechtelijk onderzoek, de aanhouding, het proces, het bewijsmateriaal, de rechten van de verdachte, de rechten van slachtoffers en de veroordeling. Het vierde deel gaat over de bijdrage die het ICTR aan het internationale strafrecht heeft geleverd en de wijze waarop het invloed op het leven van de Rwandezen zelf gehad heeft.
Het boek levert een belangrijke bijdrage aan de wetenschappelijke literatuur die het functioneren van de internationale straftribunalen analyseren. Het is van belang voor zowel academici, studenten als juristen die in het veld werken. Het zal bovendien interessant zijn voor eenieder die geïnteresseerd is in het internationale strafrecht of de recente geschiedenis van Rwanda.
De auteurs die hebben bijgedragen zijn: P. Akhavan, K. Ambos, S. Bock, C. Buisman, N.A. Combs, A.-M. de Brouwer, M.A. Drumbl, H. Hintjens, B. Holá, H.B. Jallow, U. Kaitesi, G.W. Mugwanya, R. Muzigo-Morrison, F.M. Ndahinda, F.-X. Nsanzuwera, A. Odora-Obote, V. Oosterveld, C. Paulussen, N Pillay, A. Smeulers
Smeulers, A. (2002). In staat van uitlevering – houden uitleveringsrechters in Nederland, Duitsland en de Verenigde Staten voldoende rekening met het proces en de behandeling die de opgeëiste persoon in de verzoekende staat na uitlevering te wachten staan?, Antwerpen: Intersentia. (dissertatie Maastricht)
Het uitleveringsrecht staat aan de vooravond van ingrijpende wijzigingen. De aanslagen in de Verenigde Staten van september 2001 hebben de internationale strafrechtelijke samenwerking in een stroomversnelling gebracht. Het Europese Aanhoudingsbevel is een van de exponenten van deze ontwikkeling. Het doel van dit Europees Aanhoudingsbevel ligt in het versnellen en versoepelen van de uitleveringsprocedures binnen de Europese Unie. De aandacht voor ook binnen het uitleveringsrecht relevante mensenrechtenbescherming steekt daar schril bij af. De in dit boek centraal staande vragen zijn tegen de achtergrond dan ook bijzonder actueel: in hoeverre dient de aangezochte staat rekening te houden met de mensenrechtensituatie in de verzoekende staat? Met welke maatstaven en factoren dient daarbij rekening gehouden te worden? Is het aan de uitleveringsrechter of aan de minister om zich over mogelijke mensenrechtenschendingen uit te spreken? In hoeverre mogen beleidsoverwegingen een rol spelen waar het de bescherming van mensenrechten binnen een uitleveringsprocedure betreft?
Het boek heeft tot een wetswijziging en koerswijziging in het uitleveringsrecht geleid.