Josef Mengele, bijgenaamd de engel des doods, was een van de beruchtste Nazi dokters tijdens de Tweede Wereldoorlog en is vooral bekend geworden door zijn gruwelijke experimenten met tweelingen, in Auschwitz. Mengele was zeker niet de enige arts die dergelijke mensonterende en vreselijke experimenten uitvoerde maar hij is, mede vanwege de publiciteit rond de lange zoektocht naar hem, wel de bekendste Nazi dokter geworden. Hij werd het symbool en de belichaming van de gruwelijke misdrijven die door artsen in Nazi Duitsland werden begaan. De film The boys of Brazil was bijvoorbeeld geïnspireerd door de mythe rond Mengele, die daardoor nog groter werd. Maar wie was Mengele en wat dreef hem tot zijn daden?
Josef Mengele werd op 16 maart 1911 in Zuid-Duitsland geboren als oudste zoon in een conservatief en vroom gezin. Zijn ouders waren streng en vonden respect belangrijker dan affectie en zij wilden hun drie zoons vooral discipline bijbrengen. Zijn vader had in de eerste Wereldoorlog gevochten en was daardoor getekend. Ze hadden een fabriek maar gingen door een zware periode toen deze door een brand werd verwoest. Josef Mengele was op school slechts een middelmatige leerling maar stond, ondanks zijn slechts gemiddelde prestaties, toen al bekend om zijn eerzucht. Hij wilde per se slagen in het leven en vooral beroemd worden. Hij vertrouwde een klasgenoot toe dat zijn naam ooit in de encyclopedie zou komen te staan. Hij werd omschreven als koel, afstandelijk en arrogant. Mengele was van mening dat hij tot een elite behoorde, een superieur ras, en wilde wellicht mede daarom genetica studeren en meer over rassentheorieën leren. Zijn ideeën pasten perfect in de tijdgeest van dat moment in Nazi Duitsland en hij kwam na zijn studie -mede dankzij een met summa cum laude beoordeelde scriptie- terecht bij professor Otmar Freiherr von Verschuer, een beroemde professor gespecialiseerd in onderzoek naar tweelingen, en een groot bewonderaar van Hitler. Zijn andere begeleider was prof. Eugen Fischer die de rassentheorie van Hitler wetenschappelijk probeerde te onderbouwen. Mengele raakte door deze theorieën gefascineerd en begon mee te helpen met onderzoek dat tot doel had dit wetenschappelijk aan te tonen. Hij veranderde in korte tijd van een nog zoekende en soms onzekere schooljongen in een ambitieuze en zelfverzekerde wetenschapper met een duidelijk doel. Mengele werd in 1937 lid van de NSDAP en in 1938 van de SS mede ook omdat dit goed was voor zijn carrière. In 1939 trouwde hij en enkele jaren later werd zijn zoon Rolf geboren. Van een echt gezinsleven was echter nooit sprake omdat Mengele te veel door zijn werk in beslag genomen werd en later na de oorlog moest vluchten.
Hoewel hij het zelf altijd ontkend heeft, was het waarschijnlijk Otmar Freiherr von Verschuer, zijn mentor, die ervoor zorgde dat Mengele in Auschwitz geplaatst kon worden. Het onderzoek dat Mengele deed werd door de Deutsche Forschungsgemeinschaft gefinancierd. In Auschwitz nam hij deel aan, en leidde verscheidene experimenten. Hij infecteerde gevangenen met allerlei ziektes om vervolgens het ziekteverloop te bestuderen. Ook onderzocht hij welke medicijnen al dan niet werkzaam waren. Het meest bekend is hij echter om zijn onderzoek naar tweelingen. Hij deed talloze testen met hen, probeerde de kleur van hun ogen te veranderen, en als een van de twee overleed dan doodde hij de ander om alle organen en botten minutieus met elkaar te vergelijken.
Het was vooral ambitie die Mengele tot zijn daden dreef. Hij was bioloog en wilde een bekende wetenschapper en hoogleraar worden en hij had er kennelijk alles voor over om deze ambitie waar te maken. Mengele geloofde bovendien in de superioriteit van bepaalde rassen en wilde dit wetenschappelijk staven. Hij zag de Joden en andere groeperingen die in de kampen werden opgesloten als inferieur, als ‘Untermenschen’. Hij zag hen niet langer als mensen, maar als wetenschappelijk materiaal dat hij voor zijn onderzoek en experimenten kon gebruiken. Een ongekende en unieke mogelijkheid waar hij gebruik van wilde maken. Mengele was in dat opzicht vooral een profiteur die misbruik maakte van de situatie. Mensen die niet gezien of behandeld werden als mensen en die toch al ten dode waren opgeschreven kon hij vrijelijk gebruiken. In zijn ogen was het waarschijnlijk bijna een misdaad daar geen gebruik van te maken. Hij zag zichzelf als een exponent van waardenvrije wetenschap waarin geen plaats was voor gevoelens en empathie, slechts voor wetenschappelijk onderzoek. Hij zat er dan ook niet mee dat hij daarmee de menselijke waardigheid aantastte en zijn slachtoffers vaak op een gruwelijke manier liet lijden en hen vervolgens doodde. Dit alles was nodig om zijn wetenschappelijk droom te realiseren en de superioriteit van het Arische aan te tonen en de perfecte mens te creëren. Mengele was een van de weinige artsen in Auschwitz die geen hekel hadden aan de selecties op het perron waar ze moesten beslissen welke mensen gelijk naar de gaskamer gedirigeerd werden en welke eerst naar het kamp gestuurd werden om te werken, en pas later gedood werden. De reden dat hij graag bij de selecties aanwezig wilde zijn, was omdat hij dan meteen de juiste proefpersonen (vooral tweelingen, maar bijvoorbeeld ook mensen met dwerggroei) kon identificeren en voor zijn eigen onderzoek kon gebruiken.
Mogelijk had Mengele ook sadistische trekjes. Er gaan gruwelijke verhalen over hem rond maar het is niet altijd meer te achterhalen in hoeverre dit werkelijk gebeurd is. Wat wel duidelijk is, is dat Mengele in Auschwitz een reputatie had en men bang voor hem was. Alhoewel hij opmerkelijk genoeg ook aardig kon zijn voor de kinderen die hij onderzocht en die hem ook wel oom Pepi noemden omdat hij soms zelfs even met hen speelde. Dat alles was echter slechts zolang hij hen kon gebruiken en nodig had voor zijn onderzoek. Hij kon een uur later diezelfde kinderen zonder enige schroom met een injectie in hun hart doden en hun hele lichaampje ontleden. Hieruit blijk dat alles bij hem om de wetenschappelijke ambitie ging. Dat zijn onderzoek werd gefinancierd en gesteund door beroemde professoren waar hij onderzoeksmateriaal en zijn bevindingen naar toe stuurde moet hem ook het gevoel gegeven hebben dat het volstrekt acceptabel was wat hij deed. Zijn Joods Hongaarse assistent, Miklos Nyiszli, die later een boek over zijn leven in Auschwitz geschreven heeft, getiteld: ” I was Menegel’s assistant”, wist ook dat hij zijn eigen leven alleen kon redden, zolang ook hij deed alsof het volstrekt normaal was om mensen tot proefpersonen te reduceren, die gebruikt en dan weggegooid konden worden.
Mengele was waarschijnlijk een narcist met psychopathische trekken, gedreven door ambitie zonder enig gevoel of empathie voor zijn slachtoffers. Toen hij Auschwitz moest ontvluchten zorgde hij ervoor dat hij zijn data wel meenam. Het toont aan dat hij zelfs toen zijn ambitie niet zomaar wilde opgeven want het meenemen van dergelijk incriminerend bewijsmateriaal was niet verstandig en had hem de das om kunnen doen als hij tijdens zijn vlucht opgepakt zou zijn. Dat gebeurde uiteindelijk niet. Mengele wist na de oorlog te ontsnappen en verbleef jarenlang in Zuid-Amerika waar hij uiteindelijk in 1979 in zee verdronk. De lange zoektocht om hem te vinden, haalde vaak de pers, net als de vraag of hij wel echt dood was of dat dit in scene was gezet, en vooral die publiciteit hebben Mengele tot een “beroemd” man gemaakt.
Professor Otmar Freiherr von Verschuer werd nooit vervolgd voor zijn rol en kreeg een prestigieus hoogleraarschap aan de universiteit van Munster en werd aldaar zelfs decaan van de medische faculteit.
Noot: Zie voor nog uitgebreidere informatie en bronverwijzingen mijn boek Perpetrators of mass atrocities, terribly and terrifyingly normal (Routledgde 2024). Er zijn talloze boeken over Mengele geschreven en velen daarvan zijn gebruikt om inzicht in de motieven van deze dader te verkrijgen.